Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [147]Hoedanig de aardse [is], [148]zodanige zijn ook de aardsen; en [149]hoedanig de hemelse [is], [150]zodanige zijn ook de hemelsen. 147. Dat is, hoedanig lichaam Adam na den val gehad heeft, namelijk sterflijk en verderflijk. 148. Dat is, zulk een lichaam hebben ook alle mensen, natuurlijkerwijze van Hem afkomstig, zolang zij op de aarde zijn. 149. Dat is, zulk een lichaam als Christus nu in den hemel heeft, namelijk verheerlijkt, onsterflijk, onverderflijk, enz. 150. Zulke lichamen zullen ook hebben alle gelovigen, nadat zij van de doden opgewekt en in den hemel zullen opgenomen zijn. En hieruit blijkt klaarlijk dat de apostel niet spreekt van enige verscheidenheid in het wezen der lichamen, maar alleen in de hoedanigheden.